Oosterweel - Noorderlijk haventracé

Op 6 december 2017, over deze onderwerpen: Oosterweel - noorderlijk haventracé

Op woensdag 8 november vond in Ekeren een informatieavond plaats over het ‘Toekomstverbond Noordelijk Tracé’, in aanwezigheid van districtsbestuurders uit Ekeren en Stabroek

Ondanks het feit dat de plannen voor het Noordelijk Tracé ook ingrijpende gevolgen zullen hebben voor het district Berendrecht-Zandvliet-Lillo, was de opkomst uit het district miniem. Op de raadszitting van 27/11  vroeg raadslid Marc Maes om verduidelijking.

“Zoals de plannen nu voorliggen, is het de bedoeling het (vracht-)verkeer komende uit het oosten, af te leiden naar een R11bis-A102 tunnel die de E313 moet verbinden met het knooppunt van de A12 met de (overkapte) Antwerpse Ring,” aldus raadslid Marc Maes. “De A12 wordt dan met een extra rijstrook uitgebreid tot aan de verkeerswisselaar naar de Tijsmanstunnel. Om het verkeer op te vangen wordt een tweede Tijsmanstunnel voorzien. Verwacht wordt dat de combinatie N102-A12 en de Nederlandse A4 alle verkeer uit de Noordelijke regio Antwerpen zal moeten verwerken.”

“Eerder wees collega-raadslid Zander Vliegen al op de bedreigingen die de toename van verkeer in onze regio met zich zullen meebrengen.  Die werden verwoord in een unaniem advies van de districtsraad in april laatstleden,” verduidelijkt het raadslid. “En in juni werd blijkbaar al een informatievergadering gehouden rond het Toekomstverbond.”

Op de informatieavond meldde schepen Kennis dat er in het kader van Routeplan 2030 de oprichting komt van een overlegorgaan, met daarin vertegenwoordigers van de districten en belangengroepen. “Ook ons district moet daarin vertegenwoordigd worden, zodat onze opmerkingen in verband met het Noordelijk Tracé en de gevolgen hiervan voor onze mobiliteit in dit Routeplan 2030 worden opgenomen. Aangezien dit een materie is met grote impact voor de bevolking en mobiliteit van ons district, meen ik dat correcte en snelle doorstroming van alle informatie hierrond cruciaal is,” aldus Marc Maes

“Ik zou daarom graag vernemen welke de bevindingen zijn van de infovergadering van juni laatstleden, of ons district een vertegenwoordiging zal hebben in het overlegorgaan Routeplan 2030, wie die vertegenwoordiging op zich zal nemen, en hoe de verslaggeving vanuit het overlegorgaan zal gebeuren – bij voorkeur naar de districtsraad, want iedereen zal vroeg of laat met vragen van burgers geconfronteerd worden. Tot slot: welke inhaalbeweging zal er gebeuren om de inwoners toe te laten zich efficiënt naar Antwerpen te verplaatsen, hetzij met het openbaar vervoer, hetzij met de fiets, of een snelle bootverbinding?”

De voorzitter van het districtscollege, Carl Geeraerts, antwoordde tijdens de afwezigheid van mobiliteitsschepen Rudi Sempels: “Op 6 juli 2017 werd de Regioraad van de Vervoerregio Antwerpen opgericht die een dubbele taak heeft: ten opzichte van het Toekomstverbond maakt deze een voorstel van Routeplan 2030 op, staat in voor het politiek draagvlak en geeft advies aan de Vlaamse Regering over dit voorstel en de daaruit voortvloeiende Werkprogramma’s. Ten opzichte van de Basisbereikbaarheid voegt de Regioraad en visie toe aan het Routeplan 20.30, adviseert het ‘kernnet’ en geeft vorm aan het ‘aanvullend net’ en ‘vervoer op maat.’.

De Regioraad is een politiek forum waarin de stad en de 9 districten zijn vertegenwoordigd, en ons district is vertegenwoordigd door de voorzitter van het districtscollege. De verslagen van de Regioraad zullen ter kennisgeving aan het districtscollege en de districtsraad worden voorgelegd.

Voor het laatste onderdeel van uw vraag verwijs ik naar de collegiale brief van 17 november 2017 in antwoord op het advies van de districtsraad omtrent het Oosterweelakkoord en ik citeer:

 "De door uw districtsraad aangehaalde vragen omtrent geluidsschermen of -bermen, het inhaalverbod voor vrachtwagens op de A12, de concrete investeringen in openbaar vervoer, de fietserstunnels, een hertekening van het op- en afrittencomplex in Zandvliet, een eventuele sneltrein en/of sneltram en andere zijn concrete maatregelen die deel uitmaken van het nog te doorlopen proces per deelzone.  Deze worden onderzocht op de werkbanken rond de lopende projecten, rond het Haventracé en rond het Routeplan 2030.  Zoals vermeld, worden de districten hierin betrokken." Einde citaat. “

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is