Plannen van De Lijn voor het noordelijke district

Tijdens de districtsraad van maandag 6 maart vroeg raadslid Marc Maes (N-VA) aan districtsburgemeester Carl Geeraerts, tevens afgevaardigde in de Vervoerregioraad, naar een stand van zaken over de plannen van De Lijn.

“In september vorig jaar adviseerde de districtsraad over de realisatie van een busbaan op de A12 in beide richtingen en dit minstens tot het aansluitingscomplex te Berendrecht,” aldus Marc Maes. “We vernamen dat er binnenkort effectief een voorlopige vrije busbaan voor De Lijn en collectief vervoer zou worden aangelegd op de A12 tussen de aansluiting van de R2 in Stabroek en de oprit Leugenberg in Ekeren. Dit is alvast een stap in de goede richting. Hoever staat het met de plannen van De Lijn voor ons district?”

In zijn antwoord liet districtsburgemeester Geeraerts weten dat De Lijn een optimalisatie deed in gans Vlaanderen. “Voor ons district betekent het dat voor de sneldiensten over de A12 de frequentie verdubbeld wordt: tijdens de spits elke 15 minuten, in de daluren elk half uur. Op  zaterdag (overdag) rijdt de snelbus voortaan ook elk half uur.  Op zondag en ’s avonds zal er ook een snelbus rijden.”

De nieuwe dienstregeling zal ingaan vanaf 1 juli dit jaar. “Vanaf dan rijdt de stopdienst 770 (nieuw busnummer 70)  niet meer door Berendrecht en Zandvliet. Alle bushaltes worden dan bediend door de sneldienst. Belangrijk is wél dat alle functionele lijnen gericht op scholen in Stabroek, Ekeren, Merksem, Kalmthout, Kapellen en Brasschaat  zoals voorheen door Berendrecht en Zandvliet zullen blijven rijden,” legde Geeraerts uit.

Volgens recente cijfers rijdt of komt 62.77% van de reizigers die in Berendrecht of Zandvliet op de bus stappen of afstappen, van Antwerpen. “Voor hen is de nieuwe situatie een vooruitgang,” zegt Carl Geeraerts. “Het aanbod van de sneldienst wordt drastisch verhoogd en brengt reizigers dan ook sneller naar Antwerpen als met de stopdienst. Voor de 4% reizigers die zich binnen Berendrecht en Zandvliet verplaatsen verandert er niet veel.”